Voormalig gemeentehuis

Voormalig gemeentehuis, in gebruik van 1882 tot 1960. 

Na de verbouwing van het zogenaamde "Groot Huys" tot gemeentehuis, circa 1960 werd dit gebouw verkocht en naar verluidt herbestemd als bankgebouw, later als woning.

Overmere bezat bij de verzelfstandiging tot onafhankelijke gemeente in 1830 geen gemeentehuis. De gemeenteraad vergaderde aanvankelijk in de nabijgelegen herberg "Den Engel" later gekend als "Het Gulden Hoofd". Pas in 1881, onder burgemeester Casimir Van Ruytegem werd beslist om een nieuw gemeentehuis te bouwen naar ontwerp van architect Edouard Bouwens, stadsarchitect van Dendermonde. De bouw door aannemer Pieter De Bruyne van Overmere was voltooid in 1885, onder burgemeester Casimir de Lausnay.

Eclectisch gebouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met twee houten dakkapellen, gevat tussen zijtrapgevels. 

Bakstenen metselwerk met knipvoegen met verwerking van witte hardsteen (Morley dure) voor de plint en dorpels van ramen en deur, de sokkel van de erker en het wapenschild van de gemeente in de geveltop van de deurtravee. In plint twee keldergaten. 

Lijstgevel afgelijnd met hoofdgestel met eiken kroonlijst op fraai uitgesneden consoles. Sierankers. 

Enkelhuisopstand met geaccentueerd rechter deurrisaliet uitlopend in trapgeveltje, vroeger met smeedijzeren topbekroning. Vleugeldeur, volgens het oorspronkelijke bestek van pitchpine, met ijzeren beslag in neogotische stijl, onder bekronend rondboogvormig bovenlicht met drielicht. Voorafgegaan door drie treden. Boven de deur rechthoekige houten erker met zandstenen onderbouw aan de zijkanten voorzien van de opschriften "jaar" en "1882" in banderol, rustend op zandstenen voluutconsoles en voorzien van drielicht. 

Het gebeeldhouwde opschrift "gemeentehuis" in het midden aan de straatzijde werd naar verluidt na de uitdienststelling als gemeentehuis verwijderd. Vensters gevat in Brugse traveeën; kruiskozijnen met doorgetrokken dorpels.

Interieur

Beukenhouten bordestrap met gesculpteerde trappaal en spijlenleuning. Voormalige raadzaal op de verhoogde begane grond met behouden zandstenen schouwmantel in eclectische stijl met op de houten schouwbalk inscriptie "Al verliezende win ik". Neogotische haardplaat. Gestuct plafond met moerbalk en sober lijstwerk. 

Op de bovenverdieping, een vroeger bureau en de collegezaal met een eenvoudige zwart marmeren schouw.

Bron: Inventaris