In 5500 stappen langs Overmeerse donken en meersen naar het jaar 1913

28-08-2025

Al waren de verwachtingen en redenen ongetwijfeld uiteenlopend, de 38 deelnemers aan de korte wandeling (ongeveer 4 km) en de 9 wandelaars aan de 10 km-route, bonden eensgezind de veters stevig aan voor een begeleide wandeling naar de tijd van toen.

De excursie was een gezamenlijk initiatief van VZW Durme, de regionale natuurvereniging, van Cultuursmakers Carpe Diem in samenwerking met de Heemkundige Kring van Overmere. 

Een hartelijke begroeting, een leuk weerzien of een prettige kennismaking, het gebeurde allemaal in een ingetogen hoekje van het Boerenkrijgpark, bij de O.-L-V.- van Lourdeskapel, de plaats van afspraak. Lieven Caekebeke, gids bij VZW Durme, baande de route over haast vergeten wegels naar plekken van verstilling, naar hoog opschietende ruigten en gemaaide hooilanden. 

Hij haakte het Overmeers landschap vast aan historisch-economische leefomstandigheden en begon zijn verhaal met precisering van wat de essentie van de Overmeerse omgeving uitmaakt: donken en meersen. Verhelderend was het zijsprongetje naar exploitatiemogelijkheden van wat indertijd voorhanden was, begroeiingen waarmee men in het levensonderhoud probeerde te voorzien. In deze moerassige weilanden waren wijmen het werkmateriaal voor mandenvlechters, met een ontbaste variant voor fijne witte manden. Een andere moerasplant, de mattenbies deed uitstekend dienst als stoelenzitting. De gebiesde kerkstoel riep herinneringen op aan gepijnigde knieën en beurse billen.

Behalve wijmen en mattenbies was er nog de exploitatie van turf met turfputten als getuigende restanten.

De wilgenknot kreeg meer dan een voetnoot in Lievens betoog, want snoeivormen willen al eens verschillen. In onze contreien knot men ze hogerop want paarden en koeien lusten letterlijk het gekende groene blaadje. In zuiderse landen is een hoge kap geen noodzaak als het gaat om wilgen in weilanden met grazende geiten of schapen.

We kwamen voorbij een perceel van VZW Durme waar Lieven onze aandacht vestigde op het toegepaste maaibeheer, dat in samenwerking met landbouwers op touw is gezet.

Verder kwam het onvermijdelijke thema van de opwarming van de aarde aan bod. De meersen ervaren vandaag watertekort als gevolg van indertijd gegraven beken die de moerassige ondergrond moesten helpen ontwateren. Toen moerassig drasland op de duur geen economische waarde meer had, zette Vlaanderen populieren neer, de luciferindustrie deed er een tijdje zijn voordeel mee.

Lieven, zelf ooit landbouwer, verdedigde met ziel en zaligheid het onderwerp natuurbescherming, dat een blijvend work in progress blijkt te zijn en wees op het belang van de bewuste blik richting verleden. Hij hamerde op de noodzaak om kennis van vroeger te bewaren en waar mogelijk door te geven aan komende generaties. In dit verband richt VZW Durme op 13 september 2025 een werkdag in rond de praktijk van het maaien met de zeis en hooilandbeheer in de veengraslanden. Wie deel wil nemen neemt contact op met donk@vzwdurme.be.  Alle info is hier te vinden.

De groep kreeg intussen versterking van 24 leden van de familie Nelen, verwanten van de toenmalige koper van het trammetje, dat gevonden is op een perceel van VZW Durme. Iemand van de familie haalde jeugdherinneringen op aan zomervakanties in Overmere en aan de toenmalige aankoop van het trammetje.

De eindbestemming van de wandeling was in zicht eens tramexpert Ruben van Miegroet een kort exposé had gegeven over het belang van de vondst van deze toch wel historische tram en over het tramwezen in Gent ten tijde van de wereldtentoonstelling van 1913.

De volledige geschiedenis van de tram werd beschreven in een bijdrage voor het Tijdschrift (2024/4) van de heemkundige kring van Overmere en is daar te koop voor € 5. Interesse neem contact op met hkOvermere.diane@gmail.com

Tot slot nog een woord van dank aan iedereen betrokken, zowel organisatie als deelnemers. Zaterdag 23 augustus beleefden we een prachtige namiddag met onvervalste natuurbeleving en kregen de deelnemers een letterlijke inkijk in het restant van een tramdecor uit 1913.

Geertrui Parmentier